Toegang tot het recht begint aan de rechtenfaculteiten

Als er geen advocaten meer zijn die burgers bij de rechter of tegen de overheid bijstaan, bestaat onze democratische rechtsstaat alleen nog op papier. Die situatie lijkt meer en meer reëel te worden, doordat er steeds minder sociaal advocaten zijn. Dit terwijl bijna 40% van de bevolking van hun rechtsbijstand afhankelijk is. Is het aan universiteiten om te bevorderen dat rechtenstudenten gaan werken als sociaal advocaat?
Steeds minder rechtenstudenten gaan werken als sociaal advocaat. En steeds minder rechtenstudenten bekwamen zich in rechtsgebieden waar gewone mensen mee te maken krijgen, zoals het familierecht. Welke rol spelen rechtenfaculteiten hierin? Is het de verantwoordelijkheid van de universiteit om zich actiever op te stellen in het stimuleren van carrières in de sociale advocatuur?
In dit programma bespreken we waarom rechtenstudenten de sociale advocatuur minder aantrekkelijk lijken te vinden, en wat de invloed is van de universiteit op de loopbaankeuzes van rechtenstudenten. Hoe zichtbaar is de sociale advocatuur binnen de opleiding? Welke waarden worden impliciet meegegeven in het rechtenonderwijs en contacten met praktijkjuristen? En hebben de wervingsactiviteiten van commerciële advocatenkantoren binnen de rechtenfaculteiten veel invloed?
Over de sprekers
Mireille van Eechoud is decaan van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid | Amsterdam Law School (sinds januari 2024) en hoogleraar Informatierecht. Haar leerstoel titel is Informatierecht, in het bijzonder inzake toegang tot informatie. Van Eechoud is voorzitter van de Vereniging voor Auteursrecht, verkozen lid van de European Copyright Society, member van de Executive Committee van de Association Littéraire et Artistique Internationale en lid van de redactie van Intellectuele Eigendom en Reclamerecht (IER).Tot september 2019 was zij ook opleidingsdirecteur van de master Informatierecht, en sindsdien directeur van de Amsterdam Graduate School of Law. Ook was zij o.a. voorzitter van de Universitaire Commissie Onderzoek (UCO) die het College van Bestuur adviseert over onderzoeksbeleid, en lid van de de Adviesraad van de Autoriteit Persoonsgegevens.
Liesbeth Hulst is bijzonder hoogleraar ‘Toegang tot het recht en gesubsidieerde rechtsbijstand’ aan de rechtenfaculteit van de Universiteit van Amsterdam (sinds december 2024). Hulst kijkt met een empirisch-juridische en psychologische lens naar deze leerstoelthema’s. Zij bouwt daarbij voort op haar 10 jaar ervaring als advocaat en op haar tweede discipline als onderzoekspsycholoog, die ze inzette voor empirisch onderzoek naar hoe rechtzoekenden juridische uitkomsten, procedures en rechtszittingen ervaren, en naar afstand die burgers ervaren tot de juridische wereld.
Reinout Wibier is hoogleraar privaatrecht aan de Universiteit van Tilburg en verbonden aan het Zero Poverty Lab aldaar. Tussen 2000 en 2013 was hij werkzaam in de financierings- en herstructureringspraktijk van een internationaal advocatenkantoor. Zijn onderzoek is gericht op toegang tot het recht voor mensen met beperkte financiële middelen en betere oplossingen voor mensen met problematische schulden. Hij is mede-initiatiefnemer van de master Sociale Advocatuur die dit jaar is gestart in Tilburg.
Iris van Domselaar is Hoogleraar Rechtsfilosofie en beroepsethiek voor juristen en founding director van het Amsterdam Centre on the Legal Professions and Access to Justice. Van Domselaar heeft nationaal en internationaal gepubliceerd over o.a. deugdethiek en rechtspraak, tragiek in het recht, de beroepsethiek van (corporate) advocaten, het belang van moed voor juristen en klare taal in het recht. Vorig jaar sprak zij haar oratie uit onder de titel Recht, ethiek en de schreeuw van Filoktetes. Wat juristen burgers verschuldigd zijn. Daarin pleit zij voor een burgergerichte juridische beroepsethiek.