Publieke Intellectuelen: Maria Dermoût

De boeken van Maria Dermoût horen tot het mooiste ooit geschreven in het Nederlands. Haar tegelijk serene en bikkelharde Nog pas gisteren en De tienduizend dingen laten lezers nooit meer los. Dermoûts succes was in Nederland minder onmiddellijk dan internationaal, maar inmiddels is haar plek in de Nederlandse en Indische canon onbetwist. Een avond over het leven en het werk van Maria Dermoût.
Schrijver Maria Dermoût (1888 – 1962) werd geboren op Java en bracht het grootste deel van haar leven door in Nederlands-Indië. Ze debuteerde op 63-jarige leeftijd in Nederland, acht jaar nadat haar zoon was vermoord in een Japans interneringskamp. Haar werk wordt bewonderd om de gevoelige natuurbeschrijvingen maar bevat ook veel verwijzingen naar het geweld in gekoloniseerd Indonesië. In haar verhalen is aldoor de vergankelijkheid en teloorgang van mensen en dingen voelbaar.
Haar meesterwerk, De tienduizend dingen, is tegelijkertijd te lezen als een sprookje en een spookverhaal. De hoofdpersoon, Felicia, blikt terug op het verleden dat voorbij is en niet voorbij. Zij spreekt met geesten, onder andere met die van haar vermoorde (of gesneuvelde) zoon. Zij leeft met de natuur die zowel lieflijk is én boosaardige krachten in zich meedraagt: constant is daar de dreiging van de zee maar ook de magische krachten van schelpen. Het boek gaat over de trauma’s van het leven in een kolonie en over het (on)vermogen met de dood om te gaan. Een boek waarin het bestaan zowel geleefd als continu bevochten moet worden.
Onderzoeker Pamela Pattynama en schrijver Oek de Jong zijn beiden grote bewonderaars van het werk van Dermoût, en toneelschrijver Bo Tarenskeen vernoemde zelfs de stichting waarin hij zijn toneelwerk onderbrengt naar haar meesterwerk. Vanavond gaan ze in gesprek over hun geliefde schrijver, haar stijl, haar positie in de Nederlandse literatuur en de zeggingskracht van haar werk.