Ik ben geen Indo maar een Javaanse Surinamer

Tussen 1890 en 1930 werden meer dan dertigduizend Javanen onder contract naar Suriname gebracht om te werken op de plantages – een systeem opgezet en gecontroleerd door Nederland. Onder het mom van ‘vrijwillige arbeid’ belandden velen van hen in een werkelijkheid van uitbuiting, verlies van vrijheid en cultureel isolement.
Deze geschiedenis is lang genegeerd in het Nederlandse collectieve geheugen en laat tot op de dag van vandaag haar sporen na. Niet alleen in Suriname en Indonesia*, maar ook in Nederland – waar nazaten van Javaanse contractarbeiders generaties later nog altijd te maken hebben met de gevolgen die zich uiten in sociaal-economische ongelijkheid en culturele onzichtbaarheid.
Tijdens een panelgesprek met Hariette Mingoen, Monique Koosman, Reggie Baay en Emillio Kertodikarijo staan we stil bij die vergeten geschiedenis en haar doorwerking in het heden. De discussie wordt geleid door journalist Stuart Kensenhuis. De vraag die op tafel ligt: welke verantwoordelijkheid draagt Nederland in het erkennen en herstellen van deze vergeten bladzijde uit de geschiedenis?
* de officiële naam van Indonesië is Indonesia (Negara Kesatuan Republik Indonesia, afgekort NKRI)
Over de sprekersHariëtte Mingoen studeerde niet-westerse sociologie aan de Universiteit Leiden en werkte jarenlang bij het ministerie van Buitenlandse Zaken en voor de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO). Ze is vooral bekend om haar inzet voor de geschiedenis en het cultureel erfgoed van de Javaanse Surinaamse diaspora in Nederland. Als voorzitter van de Stichting Herdenking Javaanse Immigratie (STICHJI), initieert zij projecten. Haar werk combineert grass-roots gemeenschapsbetrokkenheid, historisch onderzoek, formele lobby bij de overheid, inclusieve archiefvorming, fondsenwerving en herdenking
Reggie Baay schrijft romans, non-fictie en toneel. Zijn werk gaat vooral over het (verborgen) Nederlandse koloniale verleden en de impact ervan op de generaties van nu. Hij debuteerde in 2005 met de gedeeltelijk autobiografische roman ‘De ogen van Solo’. Zijn boeken, zoals ‘De njai’ (2008) en ‘Daar werd wat gruwelijks verricht’ (2015), werden unaniem lovend besproken. Zijn vorige boek, de roman ‘Het kind met de Japanse ogen’ (2018), stond op de longlist van de Libris Literatuur Prijs 2019. De roman ‘Het lied van de goden’ (2021) werd in 2024 opgevolgd door “De contractarbeiders van Deli” , een literair non-fictieboek over de zoektocht naar een verdwenen grootmoeder en het wrede koloniale systeem van contractarbeid in de kolonie Nederlands-Indië.
Emillio Kertokarijo is coördinerend museumdocent bij het Wereldmuseum Amsterdam en gespecialiseerd in het koloniale verleden van Nederland en de doorwerking ervan in het heden. Met zijn Javaans-Surinaamse achtergrond en jarenlange ervaring in erfgoededucatie weet hij complexe thema’s als slavernij, migratie, identiteit en systemisch onrecht toegankelijk te maken voor een breed publiek. Daarnaast is hij ontwerper van bruidskebaya’s en Javaanse bruidsjuwelen, en is hij ritueel-specialist cultureel Javaans huwelijk.
Monique Koosman werkt als coach, therapeut en trainer. Als gestigmatiseerde nazaat van Javaanse contractarbeiders en als ervaringsdeskundige wilt Monique als 3e generatie woorden geven aan de stilte, los maken wat klem zit, patronen doorbreken. De impact van traumatische ervaringen is haar intrinsieke motivatie om haar stem te laten horen middels lezingen en workshops met thema’s zoals; identiteit, afwijzing, rouw & verlies, eenzaamheid en stop (seksueel) grensoverschrijdend gedrag.
Stuart Kensenhuis is freelancejournalist, moderator en radiopresentator, met een fascinatie voor politiek en geschiedenis. Hij schrijft onder andere voor AD/Haagsche Courant en presenteerde een 20-delige podcastserie op Radio Stanvaste, over het koloniaal en slavernijverleden van Nederland. Verder is hij één van de auteurs van het boek, Het koloniaal en slavernijverleden van Gouda (2024, Streekarchief Midden-Holland). Daarnaast is hij één van de schrijvers van een speciaal themanummer van het Tijdschrift Voor Geschiedenis (2024, jaargang 137, nr. 4) rond de vraag ‘Wie schrijft onze slavernijgeschiedenis?’ Hierin stelt hij onder meer dat zwarte kennisdragers zelf moeten meebepalen hoe excuses en herstel worden vormgegeven. Hij doet dit aan de hand van zijn eigen ervaringen met de gemeente Den Haag. Vorig jaar organiseerde hij bovendien, in samenwerking met De Balie, een debat tussen dr. Chan Choenni en dr. Radjinder Bhagwanbali over excuses voor de Hindoestaanse contractarbeiders. Deze avond is een vervolg hierop.