Het unieke dier

Waarin verschillen we van andere dieren, en wat delen we met hen? Begrijpen we werkelijk wie we zijn? Rede, moraal, abstract denken, taal en religie golden lang als uniek menselijk, maar onderzoek heeft laten zien dat andere dieren deze vermogens ook kennen. Is misschien het onderscheid tussen mens en dier niet zozeer een specifieke eigenschap, maar de mate waarin we die eigenschappen ontwikkelen? In dit programma duiken we met experts uit de filosofie, biologie, muziekcognitie en taalkunde in deze brandende vragen, en komen tot nieuwe antwoorden.
Hoewel de verschillen tussen mensen en andere dieren gradueel zijn, is er ook een patroon te vinden in deze gradatie; veel dieren kunnen denken, en sommige dieren, zoals dolfijnen en chimpansees, kunnen denken over wat ze wel of niet weten. Maar het denken over gedachten om daar vervolgens weer op te reflecteren treffen we vooralsnog alleen bij mensen aan. Alle dieren herkennen patronen, maar het zoeken naar diepere principes in patronen is nog niet bij niet-menselijke dieren waargenomen. Daarvoor lijkt een vorm van “onbegrensde recursie” nodig: het vermogen om een resultaat van een activiteit toe te passen op diezelfde activiteit – willekeurig vaak.
Bij de mens is onbegrensde recursie overal aanwezig. We herkennen dit in het vervaardigen van gereedschap waarmee weer ander gereedschap kan worden gemaakt, een proces dat uiteindelijk uitmondt in de hedendaagse technologie. We zien het ook in taal, wanneer een zin wordt uitgebreid met een bijzin, die op haar beurt weer wordt aangevuld met nog een bijzin. En we herkennen het in sociale processen, zoals een escalatie die steeds opnieuw wordt versterkt door een volgende escalatie.
Kan het begrip onbegrensde recursie werkelijk verklaren waarin mensen zich van andere dieren onderscheiden? Ook hier blijkt immers een duidelijke continuïteit met andere diersoorten. Wat betekent dat voor de erkenning van dieren als volwaardige individuen? En aangezien onbegrensde recursie de mens niet alleen in staat stelt tot wetenschap en zelfreflectie, maar evenzeer tot oorlog en vernietiging, rijst de vraag of zij niet eerder een vloek dan een zegen is.
Dit programma staat onder leiding van moderator Jelle Zuidema en zal worden afgetrapt door Rens Bod, waarin hij de belangrijkste inzichten uit zijn boek Het unieke dier uiteenzet. De panelleden Bernice Bovenkerk (filosofie), Carel ten Cate (biologie) en Henkjan Honing (muziekcognitie) geven vervolgens elk vanuit hun discipline kort hun antwoord op de vraag waarin wij ons onderscheiden van andere dieren en wat we met hen gemeen hebben. Vervolgens gaan de experts met elkaar in discussie, met input van een taalkundige, en is er ruimte voor vragen uit de zaal.
Over de sprekers
Rens Bod is hoogleraar Digital Humanities aan de Universiteit van Amsterdam en voormalig hoogleraar Artificiële Intelligentie aan de University of St Andrews. Zijn recente onderzoek richt zich op de verkenning van onderliggende patronen van gedeelde én unieke eigenschappen van mensen en andere levensvormen. Hij publiceerde onder meer De vergeten wetenschappen (2010), dat meermalen is bekroond en in zeven talen is vertaald, Een wereld vol patronen (2019), dat werd genomineerd voor de Libris Geschiedenis Prijs, en Waarom ben ik hier? (2023), dat als basis diende voor het Nationale Zingevingsonderzoek.
Bernice Bovenkerk is universitair hoofddocent dier- en natuurethiek aan Wageningen Universiteit. Haar huidige onderzoek richt zich op de technologische mediatie van mens-dierrelaties, met name op het gebied van biotechnologie en kunstmatige intelligentie. Ook doet zij onderzoek naar het verminderen van de consumptie van dierlijke producten, naar de morele status van ‘grensgevallen’ zoals insecten en vissen, ethische vragen rond domesticatie van dieren en dierlijk actorschap, en naar deliberatieve democratie. Ze heeft drie boeken uitgegeven bij Springer: The Biotechnology Debate; Animal Ethics in the Age of Humans, en Animals in Our Midst.
Carel ten Cate is emeritus hoogleraar Gedragsbiologie. Zijn onderzoek richt zich op de communicatie en cognitieve vermogens van dieren, in het bijzonder de ontwikkeling, biologische betekenis en evolutie van vogelgeluiden. Hij is geïnteresseerd in parallellen met menselijke taal en muziek, waarbij hij samenwerkt met taalkundigen en cognitiewetenschappers. Hij is editor van het boek Avian Cognition (Cambridge University Press, 2017) en schrijver van het in 2026 te verschijnen populairwetenschappelijke boek Vogelgeluiden ontrafeld. Waarom en hoe vogels zingen, roepen en communiceren (KNNV uitgeverij).
Henkjan Honing is hoogleraar Muziekcognitie. Hij onderzoekt wat muzikaliteit is (of kan zijn), en in hoeverre wij mensen deze capaciteit gemeen hebben met andere dieren, om er zo achter te komen wat de cognitieve en biologische bouwstenen zijn van muzikaliteit. Naast een onderzoeksagenda (The Origins of Musicality, 2018, MIT Press) verschenen van hem de populairwetenschappelijke boeken Iedereen is muzikaal (in het Engels verschenen als Music Cognition: The Basics) en Aap slaat maat (in het Engels verschenen als The Evolving Animal Orchestra). De boeken en lezingen van Honing trekken een breed publiek en worden zowel binnen als buiten de wetenschap gewaardeerd.
Jelle Zuidema (moderator) is universitair hoofddocent aan de Universiteit van Amsterdam. Hij leidt daar een onderzoeksgroep die onderzoek doet naar computermodellen van taal en spraak, met een focus op het uitlegbaar maken van Large Language Models en andere generatieve AI. Hij is projectleider van een nationale wetenschapsagenda-project over de uitlegbaarheid van taal-, spraak- en muziek-AI. Hij is docent bij de opleidingen Brain & Cognitive Sciences en AI. Eerder werkte hij in Leiden, Edinburgh, Brussel en Parijs.