De nieuwe vijanden van de open samenleving

Tachtig jaar geleden formuleerde filosoof Karl Popper de tolerantieparadox: een open samenleving kan intolerantie niet tolereren. Progressief-liberalen én (radicaal)rechtse politici beroepen zich vandaag de dag op Popper, maar trekken geheel verschillende conclusies over de betekenis van zijn woorden. Hoe komen we uit de paradox?
‘Onbeperkte tolerantie leidt uiteindelijk tot het verdwijnen van tolerantie. Als we niet bereid zijn om een tolerante samenleving te verdedigen tegen de aanval van intoleranten, dan zullen de toleranten vernietigd worden – en tolerantie met hen’, zo schreef de Oostenrijks-Britse filosoof Karl Popper in de nasleep van de Tweede Wereldoorlog in De open samenleving en zijn vijanden (1945).
Tachtig jaar later, met radicaalrechts in veel westerse landen aan het roer, is het denken van Popper actueler dan ooit. Karl Popper is een icoon van het liberalisme. Maar ook Geert Wilders zegt door zijn denken geïnspireerd te zijn. In dit programma onderzoeken we Poppers tolerantieparadox: tegen welk soort onverdraagzaamheid moeten we ons weren en wanneer dient (veronderstelde) intolerantie slechts als excuus voor eigen onverdraagzaamheid? Oftewel: hoe geven we anno 2025 de open samenleving vorm?