CinéDialoog: Let’s Say Goodbye to the Night
In Let’s Say Goodbye to the Night horen we de echo’s van de Holocaust nagalmen in de levens van kinderen en kleinkinderen van Sobibor-overlevenden. Na afloop van de vertoning gaan we met o.a. Arnon Grunberg en Jetje Manheim in gesprek over de doorwerking van een inktzwarte familiegeschiedenis in tijden van nieuwe oorlogen.
In 1943 komt een groep Joodse gevangenen in nazi-vernietigingskamp Sobibor in opstand. Door deze spectaculaire uitbraak zijn er toch enkele overlevenden van deze ‘dodenfabriek’. Jules Schelvis, zelf ook overlevende van Sobibor, interviewde in de jaren tachtig twaalf mannen en vrouwen die bij de opstand betrokken waren. De meesten hadden nog nooit hun verhaal verteld totdat Schelvis ze vastlegde met zijn amateurcamera. Deze twaalf opstandelingen geven een indringend ooggetuigenverslag van de gebeurtenissen in het kamp.
Het verhaal van de overlevenden eindigt niet bij de opstand. Want hoe leef je verder nadat je hele familie is vermoord? De opstandelingen zijn de wereld over getrokken, weg uit Europa, naar de Verenigde Staten, Oekraïne en Israël. In Let’s Say Goodbye to the Night reizen Piet de Blaauw en Jan Pieter Tuinstra de overlevenden achterna en ontmoeten hun kinderen en kleinkinderen, die laten zien hoe verschillend zij omgaan met het inktzwarte verleden.
De nabestaanden dragen de geschiedenis van de overlevenden mee. Hun persoonlijkheid, wie ze zijn, is gevormd door het verleden van hun ouders. En nu snijdt op confronterende wijze, het heden door het verleden. In Kyiv zijn de gevolgen van de Russische agressie pijnlijk zichtbaar en is de dreiging van een nieuwe dictatuur levensgroot. In Israël scheren straaljagers bulderend over richting Gaza en wordt het geweld dat Israël gebruikt wereldwijd steeds luider veroordeeld. Wat betekent dit in het leven van de nabestaanden?